Libre
Bij het libre mag men vrij, zonder beperkingen, zoveel caramboles maken als men kan over het hele oppervlak van de tafel, uitgezonderd in de hoeken. Dit kan rechtstreeks van de tweede naar de derde bal gebeuren, of via één of meer banden. Het enige vereiste is dat de speelbal de twee andere ballen raakt. De hoeken worden afgebakend met een schuine streep waardoor er een driehoek ontstaat. Hierin mogen maar twee caramboles gemaakt worden zonder dat één van de aanspeelballen de driehoek verlaat. Ze mogen er wel echter terug inkomen.
Om zoveel mogelijk caramboles te kunnen maken, moet men trachten de ballen zo dicht mogelijk bij elkaar te houden (verzamelen), liefst in de buurt van de korte band.
Voor beginnelingen wordt aangeraden verschillende verzamelstoten te oefenen die meer ervaren spelen kunnen tonen en uitleggen, of die in verschillende boeken over carambolebiljart te vinden zijn.

 

Bandstoten
Hier mag men caramboles maken zoveel men kan, op voorwaarde dat de speelbal steeds tenminste één band raakt, alvorens men de derde bal raakt. Ook hier is het de bedoeling de ballen bij een band te verzamelen en te plaatsen, zodanig dat bij de volgende carambole de band en het punt gemakkelijk kan gemaakt worden.

 

Driebanden
Hier is de carambole geldig wanneer de speelbal tenminste drie banden raakt alvorens de laatste bal geraakt wordt.
Voor het bepalen van de looplijnen bestaan er verschillende berekeningssystemen die gebruik maken van de merktekens (diamanten) die op de omlijsting aangebracht zijn.
Het bekendste systeem is waarschijnlijk het zogenaamde diamondsysteem.
Dit systeem bestaat er in grote lijnen in, dat aan de diamonds een bepaalde waarde wordt toegekend. Met een rekensysteem kan dan, uitgaand van de waarde van de positie van de speelbal en de waarde van de positie van het vereiste eindpunt, de vertrekstootrichting bepaald worden om de carambole te kunnen maken.
Een van de moeilijkheden bij driebanden is het vermijden van de klots, dit is het tegen elkaar botsen van de ballen wanneer hun loopbanen elkaar kruisen.

 

Kader
Bij de basisverdeling worden op het laken vier lijnen getrokken, evenwijdig en op een bepaalde (gelijke) afstand van de banden. Daardoor ontstaan er negen vakken op de tafel. De korte band en de lange band zijn verdeeld in 3 delen, zodanig dat de hoekvakken een vierkant vormen. 
In de acht omtrekskaders, mag men slechts twee, soms ook slechts maar één carambole maken, waarna één van de aangespeelde ballen het kader moet verlaten, doch er wel terug mag inkomen. Bij de speelwijze waarbij er maximum twee caramboles in één vak mogen gemaakt worden, kondigt de scheidsrechter "entrée" aan wanneer de aanspeelballen voor het eerst in hetzelfde vak liggen.
Blijven de aangespeelde ballen na de eerste carambole nog in het kadervak, dan wordt dit feit aangekondigd met "dedans".
Hierna moet dus een der aanspeelballen het vak verlaten. 
Mag er daarna terug inkomen met weer de melding entrée, enzovoort. In het geval van maximum één carambole in hetzelfde vak, geldt alleen de melding dedans.
Om het spel nog moeilijker te maken voor spelers uit de hoogste klassen worden nog vierkante kaders van 18 cm. bijgevoegd op de plaats waar de lijnen de band raken. In deze ankerkaders gelden dezelfde beperkingen als voor de grote kaders.

 

Artistiek biljarten (Kunststoten)
Dit is een spelsoort die slechts beoefend wordt door een klein aantal liefhebbers. 
Het bestaat uit het perfect uitvoeren van een aantal opgelegde figuren die met de ballen moeten beschreven worden.
Deze figuren worden opgelegd door de Internationale Biljartfederatie.
De drie ballen worden op voorgeschreven plaatsen gelegd, waarna de speler de figuur moet maken op de vereiste manier. Voor elke figuur krijgt hij maximaal 3 beurten.
Aan iedere figuur wordt een bepaalde waarde gegeven, in verhouding tot de moeilijkheidsgraad.
De speler die het grootste aantal punten verzamelt in zo weinig mogelijk beurten is de winnaar.
De figuren zijn samengesteld uit trek-, doorschiet-, piqué-, massé- en bandstoten. Bepaalde stoten zijn werkelijk goochelstoten.
Ze kunnen dan ook enkel door specialisten uitgevoerd worden.
Deze spelsoort stelt ook het biljartmateriaal sterk op de proef, zodanig dat het biljartlaken meestal zwaar beschadigd is. Ook wordt het gespeeld met speciale stevige biljartkeu's. Tot voor kort werd er nog met echte ivoren ballen gespeeld. Onder de druk van de beperkingen op het verhandelen van ivoor, en de kostprijs is men in België ook overgeschakeld op kunststof ballen.